Oud voorzitter Marjon Keller aan het woord.
‘Welk feestje gaan we er nu weer van maken?’
10 jaar geleden hadden vier vriendinnen het idee om een koor te beginnen. Zomaar een idee. Ontstaan op een verjaardag in de tuin. Ze stelden zich de vraag: Wat is nu het leukste in het leven om te doen? Zingen!
De Jubelkrant is in gesprek met oud-voorzitter en één van de initiatiefnemers van het Goois Vrouwenkoor, Marjon Keller. De anderen aanstichters waren Monique Cornelissen, Fazia Tewarie en Lucienne Yerna. De vier vrouwen hadden ook direct een idee wat voor een koor dat dan zou moeten zijn. Een koor voor vrouwen die niet zo goed kunnen zingen.
‘Dat klinkt misschien vreemd, zegt Marjon. Maar dat is echt de insteek geweest. In een koor klinken de stemmen samen als één geluid. We hadden meer eisen. De zangeressen moesten leuke vrouwen zijn, we wilden een ‘keck wijf’ als dirigente of een homo. We wilden geen thematisch repertoire en geen danspasjes. We wilden beslist geen truttig koor zijn. We wilden wel dat de energie eraf zou spatten en dat wanneer we zouden optreden het een genot was om naar ons te kijken én te luisteren.
Nu tien jaar later kunnen we vol trots zeggen dat dat ruimschoots gelukt is. Het Goois Vrouwenkoor is een begrip geworden’.
Nog even terug naar het begin. Hoe zijn jullie van start gegaan?
‘We zijn gestart met het ophangen en weggeven van flyers. We hadden twee open avonden gepland waar een dirigente bij aanwezig was. In de Rex. Dat is altijd onze vaste repetitieplek geweest. De belangstelling was overweldigend. Er vormde zich uiteindelijk een groep van 120 enthousiaste vrouwen die heel graag met elkaar wilden zingen. En zo is in september 2009 het Goois Vrouwenkoor geboren en vormden wij met ons vieren het bestuur’.
Dan is er ineens een koor met een aanzienlijk aantal zangeressen. Wat kwam daarbij kijken?
‘Veel’. Er moest repertoire uitgezocht worden. We bedachten dat het mooi zou zijn om met zes stemgroepen te werken. Omdat veel vrouwen geen bladmuziek konden lezen, moesten alle partijen apart ingezongen worden door de dirigente. Best een klus. En het werkt nog steeds goed. We wilden geen standaard koor zijn en het paste bij ons om van alles te organiseren. Dat was te gek om te doen en ook veel werk’.
Wat voor soort gekkigheid deden jullie als bestuur?
‘Er was altijd iets lekkers te snoepen. We hadden de zogenaamde ‘droplullen’. We kregen op een gegeven moment de bijnaam ‘de fietsclub’. Wij hebben ons toen in lekkere strakke wielrenner tenues gehesen. Sinterklaas is langs geweest. We hebben een keer gezongen met alle moeders en een keer met alle kinderen van de zangeressen. Ook hebben we met bejaarden gezongen. We gingen op stap met de bus naar bijvoorbeeld Paradiso om mee te doen aan een korenfestival. Ook dichter bij huis hoor. Zo traden we op in ‘Het Bonte Paard’ in Laren.
Ons eerste kooruitje met een overnachting was naar Schiermonnikoog. Dat was echt fantastisch. Zingen met het shantikoor, fietsen op het eiland, dansen in de Toxbar. Alle kooruitjes die volgden waren allemaal uniek. Wat we vanaf het begin af aan geïntroduceerd hebben is strikte geheimhouding van de locatie van het kooruitje. Dus toen we bijvoorbeeld naar Liverpool gingen wist niemand daarvan.
We sloten ons koorjaar traditioneel af in De Hof. We hebben de Vorstin een keer uitgekocht. We hebben met Edsilia Rombley opgetreden. En zo kan ik nog wel even doorgaan’.
Hoe was het om na zes jaar het stokje over te dragen?
‘We hebben met ontzettend veel plezier het GVK gebouwd. Met veel mooie vrouwen samen. Op een gegeven moment voel je ook dat het genoeg is. Waar 120 vrouwen langere tijd samen zijn, is er sneller de vrijheid om commentaar te hebben op datgene dat georganiseerd wordt. Prima natuurlijk. Daar leerden we van. We merkten echter dat na zes jaar de koek op was en dat het tijd werd om het stokje over te dragen. Wat heel fijn is dat we zo’n machtig, prachtig, leuk bestuur kregen die doorgingen met datgene dat was opgebouwd. Op hun geheel eigen wijze én ook met behoud van wat in de kern zo dierbaar is: zingen en gekkigheid. Daardoor konden we het met liefde loslaten. We zeggen wel eens dat het GVK ons kindje is en dat het prachtig geadopteerd is. Het is van belang dat het bestuur regelmatig wisselt qua samenstelling. Zodat het steeds een groep vrouwen blijft die heel verschillend zijn en het hele GVK vertegenwoordigt. Het huidige bestuur laat dat prachtig zien en ik weet zeker dat dat in volgende samenstellingen ook weer zo zal zijn’.
Waar ben je het meest trots op?
‘Dat het GVK een instituut is gebleken dat tot in lengte van jaren zal blijven bestaan. Ook nu we weer ‘gewoon’ meezingen is het telkens fantastisch om te merken dat de vrouwen die komen zingen er weer een feestje van maken.
Zijn er nog dingen die jullie wel hadden gewild en nog niet zijn gedaan?
‘Zeker! We hadden graag een keer met livemuziek willen zingen. Of met een ander koor op willen treden. Ook een optreden in het MCO stond op ons verlanglijstje’.
Wat wens je het Goois Vrouwenkoor?
‘Dat het GVK eindeloos doorgaat met het leukste en fijnste vrouwenkoor te zijn dat er bestaat. Een plek waar vrouwen met plezier zingen, lief en leed met elkaar delen en het leven vieren wanneer het kan’.
Dank jullie wel Marjon, Monique, Fazia en Lucienne voor het idee om een koor te starten en de manier waarop jullie het vorm hebben gegeven. Mede dankzij jullie vieren we nu ons tienjarig Jubeljaar.
vlnr Marjon Keller (Brommer), Lucienne Yerna (Alt), Monique Cornelissen (MS2), Fazia Terwarie (MS2)